Invloed van de kwaliteit van de omentumplastiek op de wondgenezing na abdominoperineale resectie voor het rectumcarcinoom


R.D. Blok, S. Sharabiany, C.G. Ferrett, C. Cunningham, R. Hompes, W.A. Bemelman, P.J. Tanis

Vrijdag 17 mei 2019

9:40 - 9:48u in Brabantzaal

Categorieën: Colorectaal (maligne), GE, Vrije voordracht (V)

Parallel sessie: V10 Colorectaal maligne 1


Introductie

Uit recente literatuurgegevens bleek een omentumplastiek na abdominoperineale resectie voor rectumcarcinoom geen reductie in wondcomplicaties tot gevolg te hebben. Het doel van deze studie was daarom om de kwaliteit van de omentumplastiek op basis van postoperatieve beeldvorming te evalueren en te analyseren of dit de perineale wondgenezing beïnvloedt.

Methode

Dit was een retrospectief monocenter onderzoek op basis van patiënten statussen en radiologische beeldvorming. Alle patiënten die in de periode januari 2010 tot juli 2018 een abdominoperineale resectie ondergingen voor een primair of lokaal recidief rectumcarcinoom werden geïncludeerd. Alle complicaties met betrekking tot perineale wondgenezing en perineale hernia werden geanalyseerd. De kwaliteit van de omentumplastiek (d.w.z. voldoende lengte en volume) werd beoordeeld op postoperatieve CT of MRI bekken. Uitkomsten werden vergeleken voor patiënten met een sufficiënte omentumplastiek (Figuur 1.A), een insufficiënte omentumplastiek (Figuur 1.B-C), en geen omentumplastiek. Er werd middels multivariate logistische regressie en Cox regressie gecorrigeerd voor gemeten confounders.

Resultaten

Van totaal 98 patiënten hadden er 14 een sufficiënte plastiek, 16 een insufficiënte plastiek en 68 geen omentumplastiek. De incidentie van wondcomplicaties was respectievelijk 50%, 69% en 64% (P=0.559) en vertraagde wondgenezing op 3 maanden 21%, 54% en 27% (P=0.132). Ook na correctie hield een sufficiënte omentumplastiek geen verband met wondgenezing (OR 0.675; 95% CI 0.165-2.757). Een insufficiënte omentumplastiek toonde een significant hoger percentage vertraagde wondgenezing op 6 maanden (P=0.006) en een hogere prevalentie chronische sinus op 12 maanden (P=0.013). Een perineale hernia ontstond vaker na een omentumplastiek, maar dit verschil bleek niet significant na correctie (P=0.153)(Figuur 2).

Conclusie

Deze bevindingen suggereren dat een omentumplastiek niet bijdraagt aan een betere wondgenezing, ondanks adequate vulling van de dode ruimte na resectie. Een kwalitatief insufficiënte plastiek was bovendien geassocieerd met een significant vertraagde wondgenezing. Een omentumplastiek lijkt daarom niet geïndiceerd bij een abdominoperineale resectie voor primair rectumcarcinoom.

A) sufficiënte omentumplastiek met voldoende lengte en volume. B) insufficiënte omentumplastiek op basis van onvoldoende lengte, waarbij de plastiek niet tot het perineale defect reikt. C) insufficiënte omentumplastiek op basis van onvoldoende volume.
Cox regressie survival curve van perineale hernia ontwikkeling over de tijd, gecorrigeerd voor hysterectomie en resectie van de coccyx.