Systemische neutrofiel activatie als biomarker bij patiënten met acute buikpijn


S.J. Rottier, L.C. Dreuning, G. van Mierlo, S.T. van Dijk, H.J. Doodeman, J. van Pelt, A.A.W. van Geloven, W.H. Schreurs, S.S. Zeerleder, M.A. Boermeester

Donderdag 16 mei 2019

17:53 - 18:01u in Baronie

Categorieën: Experimenteel, Vrije voordracht (V)

Parallel sessie: V09 Experimenteel


Introductie

Patiënten met acute buikpijn blijven een diagnostische uitdaging, vooral bij het onderscheiden van ongecompliceerde en gecompliceerde oorzaken. Veelgebruikte biomarkers zoals CRP zijn bijna altijd verhoogd bij een ontstekingsreactie en weinig diagnostisch. Het doel was om de potentie van neutrofiel activatie als vroege biomarker in patiënten met buikpijn te onderzoeken.

Methode

Patiëntengegevens en serum van een prospectieve case-control studie bij patiënten met acute buikpijn zijn gebruikt. Primaire uitkomstmaat was neutrofiel activatie gemeten met Humaan Neutrofiel Elastase – Alfa-1-antitrypsine complexen (HNE-A1ATc) en nucleosoom gehalte. Voorts werd bepaald of neutrofiel activatie onderscheid kon maken tussen ongecompliceerde en gecompliceerde oorzaken van abdominale infectie bij patiënten met acute buikpijn. Voor deze secundaire uitkomstmaat zijn patiënten met acute diverticulitis, appendicitis, cholecystitis, pancreatitis, maag-darm perforaties en abdominale abcessen geanalyseerd. Om patiënten in te delen in een van beide groepen (ongecompliceerd of gecompliceerd) werd gebruik gemaakt van de abdominale CT, klinisch beloop en (indien van toepassing) het operatieverslag.

Resultaten

Er zijn 145 patiënten geïncludeerd in de onderzoeksgroep en vergeleken met de waarden van 19 gezonde vrijwilligers. Neutrofiel activatie was verhoogd bij de onderzoeksgroep, voor HNE-A1ATc 58.3(39.75-96.45) ng/ml versus 25.0(19.00-35.00) ng/ml (p<0.001) bij de controlegroep. Een dergelijk verschil werd ook voor het nucleosoom gehalte gevonden; 22.8(14.25-37.03) u/ml versus 15.0 u/ml (7.10-20.00), (p=0.002). Beide biomarkers konden ook onderscheid maken tussen ongecompliceerde en gecompliceerde abdominale infectie: HNE-A1ATc 53.5(43.4-87.6) ng/ml versus 99.9(51.7-199.7) (p=0.002), respectievelijk, en het nucleosoom gehalte was 20.5 (12.8-30.8) versus 37.2(21.7-61.1) (p<0.001). De negatief voorspellende waarde voor gecompliceerde infectie was voor CRP, HNE-A1AT en nucleosoom gehalte respectievelijk 68%, 72% en 75%.

Conclusie

Neutrofiel activatie is een goede biomarker om onderscheid te maken tussen ongecompliceerde en gecompliceerde abdominale infectie bij patiënten met acute buikpijn, en lijkt een betere accuratesse te hebben dan CRP.