Behandeling van het peritoneaal gemetastaseerde maagcarcinoom met cytoreductie en hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC): resultaten van de PERISCOPE I studie.


W.J. Koemans, R.T. van der Kaaij, E.C.E. Wassenaar, K. Sikorska, H. Boot, C. Grootscholten, M. Los, B. van Ramshorst, K.J. Hartemink, A.A.F.A. Veenhof, D. Boerma, J.W. van Sandick

Vrijdag 17 mei 2019

9:00 - 9:08u in Zaal 80

Categorieën: Upper GI, Vrije voordracht (V), GE

Parallel sessie: V13 Upper GI


Introductie

Het peritoneaal gemetastaseerde maagcarcinoom wordt in Nederland standaard behandeld met palliatieve systemische chemotherapie. De rol van een HIPEC procedure is onduidelijk. In de PERISCOPE I studie werden de veiligheid en haalbaarheid van een (sub)totale maagresectie, cytoreductieve chirurgie en HIPEC met oxaliplatin en docetaxel onderzocht in maagkankerpatiënten met beperkte peritoneale metastasering.

Methode

Patiënten met een cT3-T4 resectabel maagcarcinoom en beperkte peritoneale metastasering en/of tumor positieve peritoneale cytologie kwamen in aanmerking voor de studie. Indien er geen ziekte progressie optrad tijdens de voorbehandeling met systemische chemotherapie volgde de experimentele behandeling. Deze bestond uit een (sub)totale maagresectie, cytoreductieve chirurgie en een HIPEC procedure met oxaliplatin (41-42⁰C) in een vaste dosering (460mg/m2) gevolgd door docetaxel (37⁰C) in oplopende doseringen: dosislevel 1 (0 mg/m2), dosislevel 2 (50 mg/m2) en dosislevel 3 (75 mg/m2). Het primaire eindpunt van de studie was behandelingsgerelateerde toxiciteit.

Resultaten

In totaal ondergingen 25 van de 37 geïncludeerde patiënten het gehele studieprotocol. Na tien patiënten werd dosislevel 3 bereikt. In dosislevel 3 werden vier patiënten behandeld; bij twee van hen traden dose-limiting toxicities (DLTs) op. Derhalve is de dosis gede-escaleerd, waarna nog 11 patiënten werden behandeld in dosislevel 2 (zonder optreden van DLTs). Bij 17 van de 25 patiënten werden serious adverse events gedocumenteerd. Vier patiënten (16%) werden opnieuw geopereerd. Twee patiënten (8%; beide dosislevel 3) overleden ten gevolge van postoperatieve complicaties. De mediane opnameduur in het ziekenhuis was 24 (IQR: 13-31) dagen.

Conclusie

In de PERISCOPE I studie was het postoperatieve beloop vaak ernstig gecompliceerd, vooral in het dosisescalatie cohort. Na striktere patiëntenselectie, dosis de-escalatie en aanpassing van het postoperatieve zorgpad is een veilig en haalbaar spoelschema vastgesteld voor de HIPEC behandeling in de PERISCOPE II studie.