Pasireotide ter preventie van pancreasfistels na pancreatoduodenectomie: vergelijking met een historisch cohort


Q.P. Janssen, J.L. van Dam, V.N. Tedjawirjav, H. Hartog, C.H.J. van Eijck, B. Groot Koerkamp

Donderdag 16 mei 2019

18:09 - 18:17u in Parkzaal

Categorieën: HPB, Vrije voordracht (V)

Parallel sessie: V04 HPB Pancreas


Introductie

Pasireotide, een somatostatine analoog, beoogt het risico op pancreasfistels na pancreatoduodenectomie te verlagen. Na resultaten van een gerandomiseerde studie [N Engl J Med;370:2014] waarin een verlaging van het aantal pancreasfistels werd gevonden (9 vs. 21%, p=0.006), zijn we gestart met het profylactisch gebruik van pasireotide gedurende 7 dagen na pancreatoduodenectomie.

Methode

Alle opeenvolgende patienten die een pancreatoduodenectomie hebben ondergaan van 2012 tot 2019 zijn geanalyseerd. Pasireotide werd vanaf februari 2015 als standaardzorg aangeboden. Het primaire eindpunt was het ontstaan van een 'International Study Group on Pancreatic Fistula' (ISGPF) graad B of C postoperatieve pancreasfistel. Secundaire uitkomstmaten waren een postoperatieve complicatie met Clavien Dindo Classificatie graad 3 en hoger en het percentage patiënten wat minimaal een gift pasireotide kreeg toegediend.

Resultaten

Gedurende zes jaar hebben 389 patiënten een pancreatoduodenectomie ondergaan; 145 patiënten (37%) voor en 245 patiënten (63%) na de introductie van pasireotide. Sinds de introductie kregen 227 patiënten (93%) minimaal een gift pasireotide. Een postoperatieve pancreasfistel met ISGPF graad B of C ontstond in 27 patiënten (19%) voor versus 44 patiënten (20%) na de introductie van pasireotide (ongecorrigeerde Odds Ratio (OR): 0.92, 95% CI: 0.54 – 1.56). Een postoperatieve complicatie met Clavien Dindo Classificatie graad ≥3 kwam voor in 60 patiënten (42%) voor versus 97 patiënten (44%) na de introductie van pasireotide (ongecorrigeerde OR: 1.11, 95% CI: 0.73 – 1.70).

Conclusie

Deze retrospectieve studie liet geen verschil zien in het ontstaan van klinisch relevante postoperatieve pancreasfistels of grote postoperatieve complicaties sinds de introductie van pasireotide profylaxe na pancreatoduodenectomie in vergelijking met een historisch cohort.