Osseointegratie bij patiënten met een transfemorale amputatie: een 5-jaar follow-up cohort studie


D. Reetz, R Atallah, H. van de Meent, R. Leijendekkers, J.P.M. Frölke

Vrijdag 17 mei 2019

9:00 - 9:08u in Parkzaal

Categorieën: Trauma, Vrije voordracht (V)

Parallel sessie: V12 Trauma 2: polytrauma


Introductie

Per jaar ondergaan ongeveer 800 patiënten een transfemorale amputatie waarvan een derde klachten ontwikkelt gerelateerd aan hun kokerprothese. Dertig jaar geleden werd hiervoor een alternatief ontwikkeld, osseointegratie. Hierbij wordt een implantaat intramedullair ingebracht en via een percutane opening (stoma) verbonden met de prothese. Deze techniek werd 2009 in Nederland geïntroduceerd.

Methode

Alle patiënten met een follow-up van 5 jaar werden om toestemming gevraagd voor het gebruik van hun data. De operatietechniek bevatte twee operaties. Tijdens stap 1 werd het implantaat ingebracht en na 6 weken werd in stap 2 het stoma aangelegd. Er werd gebruik gemaakt van een standaard CE-gecertificeerd cobalt-chroom-molybdeen implantaat. Complicaties als infecties (Figuur 1), implantaatbreuken en stomarevisies werden geregistreerd. Prothese draagtijd (PUS) en kwaliteit van leven (GS) werden middels de "Questionnaire for persons with a transfemoral amputation" (Q-TFA) gemeten. Veranderingen in tijd werden middels de Wilcoxon signed-rank test geanalyseerd. Alle huisartsen werden benaderd voor een complete registratie.

Resultaten

Tussen mei 2009 en mei 2013 werden 37 patiënten geopereerd, 35 patiënten konden worden geïncludeerd. Negenentwintig patiënten (83%) maakten in totaal 146 infecties door waarvan 138/146 (94.5%) graad I-II infectie, 8/146 (5.5%) graad III en 0/146 (0%) graad IV. Bij vier patiënten traden 39% van alle infectieuze complicaties op, de graad III infecties kwamen voor bij vier patiënten. Twee implantaatbreuken werden succesvol gereviseerd. Een stoma revisie werd 25 keer uitgevoerd bij 12 patiënten, waarbij 9 keer bij één patiënt. De QTFA PUS verbeterde van mediaan 71 naar 100 (p<0.001) en de GS verbeterde van mediaan 42 naar 71 (p<0.001).

Conclusie

Osseointegratie wordt steeds vaker uitgevoerd bij patiënten met een bovenbeenamputatie. Infecties van weke delen komen frequent voor. Echter, deze zijn meestal laaggradig en kunnen conservatief worden behandeld. Septische loslatingen traden in deze serie niet op. Kwaliteit van leven verbeterde aanzienlijk en patiënten konden meer gebruik maken van hun protheses.

Infectie classificatie
Links patiënt met kokerprothese, rechts met osseointegratie