A.P.A. Greeven, J.M. van Groningen, A. Poublon, E.M.M. van Lieshout, G.J. Kleinrensink, M.H.J. Verhofstad
Donderdag 16 mei 2019
17:53 - 18:01u
in Auditorium
Categorieën: Trauma, Vrije voordracht (V)
Parallel sessie: V05 Trauma 1: monotrauma
Introductie
Post-operatieve klachten van pijn en sensibiliteitsstoornissen na metacarpale I basisfracturen zou mogelijk voorkomen kunnen worden indien een chirurgische "safe-zone" kan worden bepaald voor veilige operatieve behandeling. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de superficiale tak van de nervus radialis (SBRN) en de dorsale tak van de arterie radialis (DBRA).
Methode
In 20 geprepareerde armen werden de routes van SBRN en de DBRA gemarkeerd. Op gestandaardiseerde wijze werd van iedere arm een foto gemaakt. Met behulp van een anatomisch visualisatie-programma (computed assisted surgical anatomy mapping; CASAM) werden de gevonden anatomische variaties van zenuw en arterie in de 20 armen samengevoegd tot één beeld.
Resultaten
Grote verscheidenheid in het anatomische beloop van de SBRN werd gevonden (Figuur 1). Het anatomisch beloop van de DBRA was consistent in alle 20 armen (Figuur 2). De gecombineerde beeldvorming maakt het mogelijk een anatomisch gebied te markeren waar deze structuren vermeden zouden worden tijdens operatieve exploratie (Figuur 3).
Conclusie
Op basis van deze bevindingen kan geconcludeerd worden dat open chirurgische behandeling aan de basis van metacarpale I eenvoudig kan leiden tot iatrogeen letsel van de SBRN. Een gesloten extra-focale percutane fixatietechniek kan het optreden van deze complicatie voorkomen, indien de K-draden in de gevonden safe-zone worden geplaatst.