A.M. Daniels, H.M.J. Janzing, C.E. Wyers, B. van Rietbergen, P.P.M.M. Geusens, S. Kaarsemaker, M. Poeze, J.P. van den Bergh
Donderdag 16 mei 2019
18:38 - 18:43u
in Auditorium
Categorieën: Trauma, Vrije voordracht (V)
Parallel sessie: V05 Trauma 1: monotrauma
Introductie
Distale radius fracturen met een acceptabele positie kunnen conservatief worden behandeld. Door te kunnen anticiperen op vroege instabiliteit kunnen onnodige manipulaties en complicaties worden gereduceerd. Het doel van deze studie was het exploreren van associaties tussen patiënt kenmerken, botdichtheid, bot microarchitectuur/-sterkte en secondaire dislocatie van distale radiusfracturen.
Methode
Dorsale angulatie, radiaire inclinatie en ulnaire variantie werden beoordeeld op alle röntgenfoto's van 251 patiënten, 38 mannen en 213 vrouwen, om de anatomische positie van de distale radiusfractuur te bepalen bij presentatie en gedurende follow-up. Secundaire dislocatie kon worden beoordeeld bij 154 conservatief behandelde patiënten met een acceptabele positie, voorafgegaan (N=97) en niet voorafgegaan (N=57) door primaire reductie. Aanvullend werden de bot microarchitectuur en berekende botsterkte aan de contralaterale distale radius en tibia beoordeeld met behulp van 'High Resolution peripheral Quantitative CT' in een subgroep van respectievelijk 63 en 71 patienten.
Resultaten
Kenmerken van patiënten met en zonder secundaire dislocatie waren niet verschillend. In het model met correctie voor primaire reductie (OR 22.00 [95%CI 2.27-212.86], p=0.008) bleken de totale (OR 0.16 [95%CI 0.04-0.68], p=0.013) en corticale (OR 0.19 [95%CI 0.05- 0.80], p=0.024) volumetrische botdichtheid en corticale dikte (OR 0.13 [95%CI 0.02-0.74], p=0.021) van de distale radius onafhankelijk geassocieerd met secondaire dislocatie van distale radius fracturen. Andere patient karakteristieken zoals leeftijd, geslacht, osteoporose en wervelfractuur status waren niet geassocieerd met secundaire dislocatie van distale radiusfracturen.
Conclusie
Concluderend toont ons onderzoek aan dat, naast primaire reductie, de corticale botkwaliteit van belang is bij secundaire dislocatie van distale radius fracturen.