S.E. Vollenbrock, J.M. van Dieren, F.E.M. Voncken, S.T. van Turenhout, L.L. Peppelenbosch-Kodach, K.J. Hartemink, B.M.P. Aleman, R.G.H. Beets-Tan, A. Bartels-Rutten
Vrijdag 17 mei 2019
9:24 - 9:32u
in Zaal 80
Categorieën: GE, Upper GI, Vrije voordracht (V)
Parallel sessie: V13 Upper GI
Introductie
Voor selectie van patiënten met oesophaguscarcinoom voor een orgaansparende behandeling na neo-adjuvante chemoradiatie is nauwkeurige diagnostiek belangrijk. Endoscopische biopten van het tumorbed gecombineerd met endosonografische punctie van verdachte lymfeklieren resulteert vaak nog in gemiste tumorresten. Deze pilotstudie onderzoekt de toegevoegde waarde van MRI bij de selectie van complete responders.
Methode
Tweeëntwintig patiënten met oesophaguscarcinoom ondergingen na chemoradiatie achtereenvolgens een MRI (1.5 T; T2w & DWI (b=0,200,800 s/mm2)) en endoscopie/EUS met biopten en eventuele lymfeklierpunctie. De MRI beelden werden door een radioloog gescoord met een 5-puntsscore (1=zeker complete respons(CR),2=waarschijnlijk CR,3=inconclusief,4=waarschijnlijk residu,5=zeker residu). Histopathologie na chirurgie was de referentiestandaard (ypT0N0=CR). Oppervlakte onder de receiver-operating-characteristic curve (AUC), sensitiviteit en specificiteit voor de detectie van residuele tumor werden berekend voor (echo-)endoscopisch verkregen pathologie-uitslag (PA) en voor (echo-)endoscopisch verkregen PA met additionele MRI-beoordeling, waarbij alleen bij patiënten met een negatieve PA de MRI-beoordeling werd toegevoegd (CLS 1/2/3 CR; CLS 4/5 residuele tumor).
Resultaten
Drie (14%) van de 22 patiënten hadden ypT0N0/CR. De AUC van (echo-)endoscopisch verkregen PA was 0.74 en residuele tumor werd gevonden bij 9 van de 19 patiënten (sensitiviteit 47%). Na het toevoegen van de MRI-beoordeling bij de patiënten met negatieve (echo-)endoscopisch verkregen PA steeg de AUC naar 0.87 en de sensitiviteit naar 89% (17 van de 19 residuele tumoren correct gestadieerd). Alle patiënten met CR hadden negatieve (echo-)endoscopisch verkregen PA (specificiteit 100%) en 1 patiënt werd incorrect gestadieerd als residuele tumor na het toevoegen van de MRI-beoordeling (specificiteit 67%).
Fig.1: ROC-curves.
Fig.2: Fout-negatieve (echo-)endoscopische PA, correct-positieve MRI-beoordeling (TRG 3, ypT1bN0).
Conclusie
Het toevoegen van MRI aan de (echo-)endoscopisch verkregen PA lijkt de detectie van residuele tumoren na neo-adjuvante chemoradiatie bij patiënten met een oesophaguscarcinoom te verbeteren en is derhalve mogelijk van toegevoegde waarde bij de responsevaluatie na neo-adjuvante chemoradiatie.