B.F. Kingma, O.M. Marges, R. van Hillegersberg, J.P. Ruurda
Donderdag 16 mei 2019
18:09 - 18:17u
in Zaal 82
Categorieën: Upper GI, Vrije voordracht (V)
Parallel sessie: V07 Upper GI & Bariatrie maligne
Introductie
Een X-thorax wordt vaak routinematig verricht na het postoperatief verwijderen van thoraxdrains, maar de klinische waarde daarvan kan worden betwist. Het doel van deze studie was daarom om de klinische relevantie van een routinematige X-thorax na het verwijderen van thoraxdrains te onderzoeken bij patiënten die een slokdarmresectie hebben ondergaan.
Methode
Patiënten die tussen 2015 en 2017 een slokdarmresectie ondergingen werden geselecteerd uit een monocentrische prospectieve database. Patiënten die een X-thorax ondergingen binnen 4 uur na verwijdering van tenminste een van hun thoraxdrains werden geïncludeerd. De gevallen waarbij herplaatsing van een thoraxdrain noodzakelijk was (op de dag van initiële verwijdering of de dag erna) werden geïdentificeerd uit het elektronisch patiëntendossier en de klinische situatie van die patiënten werd beschreven. Uit de X-thorax radiologieverslagen werd afgeleid of sprake was van nieuwe intrapleurale aanwezigheid van lucht of vocht.
Resultaten
Er werden 117 patiënten geïncludeerd, waarbij in totaal 231 maal een X-thorax werd verricht na het verwijderen van een thoraxdrain. Herplaatsing van een thoraxdrain werd uitgevoerd in 6 van deze 231 gevallen (3%). Alle 6 patiënten hadden klinische tekenen of symptomen die wezen op respiratoire problematiek. Aan de ipsilaterale zijde van de verwijderde thoraxdrain werd in 33 van de 231 gevallen nieuwe intrapleurale lucht (14%) en in 24 van de 231 gevallen nieuw intrapleuraal vocht (10%) gezien bij X-thorax.
Conclusie
Het verrichten van een X-thorax na het verwijderen van een thoraxdrain na slokdarmresectie kan worden voorbehouden aan patiënten met klinische tekenen of symptomen die mogelijk wijzen op respiratoire problematiek.