Protocol voor volumemetingen in extracraniële carotis aneurysmata


C.J.H.C.M. van Laarhoven, E.E. de Vries, H.J Kuijf, C.E.V.B. Hazenberg, J.A Herwaarden, M.A. Viergever, G.J. de Borst

Donderdag 16 mei 2019

18:09 - 18:17u in Diezezaal

Categorieën: Vaten, Vrije voordracht (V)

Parallel sessie: V03 Vaten 1: carotis, aorta & iliacaal


Introductie

Het extracranieel carotis aneurysma(ECAA) is een zeldzame pathologie waarvoor richtlijnen ontbreken. Groei van de aneurysmazak of symptomen worden gezien als reden voor interventie. ECAAs worden gezien in vele vormen en groottes, waarbij conventionele diameter metingen te kort schieten. Zodoende wordt een protocol gepresenteerd om ECAA-grootte te meten door 3D-volumemetingen.

Methode

De volumes van 40 ECAAs werden gemeten door handsegmentaties in computertomografie-angiografiescans, door twee onderzoekers. Het protocol bestond uit twee methoden: (1) de gehele arterie carotis interna(ICA) van bifurcatie tot schedelbasis, en (2) alleen het ECAA(Figuur 1). De primaire uitkomstmaat was betrouwbaarheid en overeenstemming van de twee onderzoekers, gemeten met de intraclass correlatiecoëfficiënt (ICC) en Bland-Altman analyse. Dice-gelijkeniscoëfficiënt (DSCs) en gemodificeerde Hausdorff-afstand (HDs) werden berekend om de gelijkenis van de handsegmentaties te evalueren.

Resultaten

Uitstekende inter- en intra-onderzoeker betrouwbaarheid werd gevonden voor zowel ICA- als ECAA-volumes, met alle ICCs boven 0,94 (Tabel 1). Bland-Altman analyse toonde normale verschillen voor zowel inter- als intra-onderzoeker overeenkomst, met een lichte proportionele vertekening voor grote ECAAs voor beide metingen(data niet getoond in dit abstract). Voor alle volumes, ongelijkheid van de segmentaties gemeten als HD was onder 1,3mm, en DSC boven 0,88 (Tabel 1), de laatste met uitzondering van een kleiner ECAA-volume met DSC 0,79. Uitschieters werden verklaard door de aanwezigheid van trombus in de aneurysmazak, die de identificatie van de buitenwand en daarmee segmentatie van het aneurysma belemmerde.

Conclusie

Het protocol om ECAA-volume te meten, toonde grote reproduceerbaarheid van volumes tussen en binnen gebruikers. Zodoende is het protocol een eerste stap in de richting van semiautomatische volumemetingen in de follow-up van ECAA patiënten.