Het effect van postoperatieve complicaties na een minimaal invasieve oesofagusresectie op langetermijnoverleving: een internationale multicenter cohort studie.


L.F.C. Fransen, G.H.K. Berkelmans, E. Asti, M.I. van Berge Henegouwen, F. Berlth, L. Bonavina, A. Brown, C. Bruns, S.S. Gisbertz, P.P. Grimminger, C.A. Gutschow, A. Hölscher, J. Kauppi, S.M. Lagarde, S. Mercer, J. Moons, P. Nafteux, M. Nilsson, F. Palazzo, P. Pattyn, A. Philippron, D.A. Raptis, J. Räsanen, E.L. Rosato, I. Rouvelas, H.M. Schmidt, P.M. Schneider, W. Schröder, B.P.L. Wijnhoven, G.A.P. Nieuwenhuijzen, M.D.P. Luyer

Donderdag 16 mei 2019

17:53 - 18:01u in Zaal 82

Categorieën: Upper GI, Vrije voordracht (V)

Parallel sessie: V07 Upper GI & Bariatrie maligne


Introductie

Introductie van minimaal invasieve technieken bij oesofagusresecties (MIO) heeft de morbiditeit op korte termijn verminderd. Mogelijk heeft deze verbetering van morbiditeit ook effect op de langetermijnoverleving. Het doel van deze studie was te onderzoeken of complicaties na een MIO effect hebben op de langetermijnoverleving.

Methode

Data van patiënten uit de EsoBenchmark database, welke bestaat uit data van 13 groot-volume, expertcentra die routinematig MIO uitvoeren, werd geanalyseerd in de periode van 1 juni 2011 en 31 mei 2016. Complicaties werden geclassificeerd volgens de Clavien-Dindo (CD) classificatie voor chirurgische complicaties en verdeeld in CD 1-2 (bv. antibiotica) en CD ≥3 (bv. (re)interventie of IC opname). Alle data werd gecorrigeerd voor 90-dagen mortaliteit om zodanig te corrigeren voor het korte termijn effect van postoperatieve complicaties op mortaliteit. Algehele overleving werd univariabel getest met de Kaplan Meier en Log Rank test, en multivariabel middels Cox-regressie analyse.

Resultaten

In totaal werden 915 patiënten geanalyseerd met een mediane follow-up duur van 30.8 maanden (standaard deviatie 17.9). Complicaties kwamen voor bij 542 patiënten (59.2%), waarvan 39.3% geclassificeerd werd als CD graad ≥3. De incidentie van naadlekkage was 14.8% en daarvan was 9.2% geclassificeerd als CD graad ≥3. Multivariabele analyse toonde een significant kortere langetermijnoverleving voor alle patiënten met naadlekkage (HR 1.73, p <0.001). Deze negatieve correlatie was nog duidelijker in patiënten met naadlekkage waarvoor minstens een interventie noodzakelijk was (CD ≥3; HR 1.91, p <0.001). Voor alle andere complicaties werd geen significant effect op langetermijnoverleving gevonden.

Conclusie

Dit is de eerste internationale studie in hoog-volume MIO expertcentra naar de relatie van complicaties en langtermijnoverleving. De frequentie en ernst van naadlekkage na MIO lijkt een negatieve invloed op de langetermijnoverleving van patiënten met slokdarmkanker te hebben. Dit benadrukt het belang van het verder reduceren van naadlekkage na MIO.

Tabel 1. Hazard ratio voor postoperatieve complicaties na minimaal invasieve oesofagusresectie; multivariabele analyse van 914 patiënten.
Figuur 1. Kaplan-Meier analyse. Het effect van Clavien-Dindo geclassificeerde complicaties na minimaal invasieve oesofaguschirurgie op langetermijnoverleving.
Figuur 2. Kaplan-Meier analyse. Het effect van de ernst van naadlekkage na een minimaal invasieve oesofagusresectie op algehele overleving.